Mindmapping

Woordveld, mindmap en  conceptmap [1]

Leren is sleutelen aan je geheugen. Om iets gemakkelijk te leren, kun je het beste informatie: verdelen over groepen, in de goede volgorde zetten, toepassen, vergelijken (bijv. de situatie per land), verbanden leggen (wat heeft nieuwe informatie te maken met wat je al wist) en in een schema zetten.

Het laatste doe je bij het maken van een woordveld, mindmap en conceptmap. Het maken van zo’n ‘plaatje’ van informatie is precies de manier waarop je hersenen graag werken.

Woordveld
Je schrijft in het midden van een bladzijde een woord. Daarna bedenk je je allemaal woorden die ermee te maken hebben. De schrijf je rond het woord in het midden.

Mindmap
Je schrijft in het midden van een bladzijde een woord. Daarna bedenk je je of zoek je naar informatie over dat woord. Die informatie schrijf je soort bij soort rondom het woord. Bijvoorbeeld in een mindmap over het jodendom gebruik je categorieën ‘godsdienstig gebouw’, ‘feesten’, ‘gebruiken’ en ‘leefregels’. Je zet de informatie bij de juiste categorie.

Conceptmap
Een conceptmap is een ‘plaatje’ van begrippen en de relaties daartussen. De relaties tussen de begrippen kunnen te maken hebben met tijd (chronologische volgorde), oorzaak-gevolg en gelijkenis (overeenkomsten). In een conceptmap werk je van grof naar fijn. De grotere begrippen staan bovenaan in het ‘plaatje’. De kleinere begrippen meer onderaan. De relaties tussen begrippen laat je zien met een werkwoord (koppelwoord) ertussen.


[1] Naar: Conceptmapping in de klas, 12-18, januari 2011