donderdag 10 februari 2011

Webquest Kerst, klas 1 en 2

1. In welke twee bijbelboeken vind je het kerstverhaal?
2. Vergelijk de twee verhalen. Schrijf op wat hetzelfde is in de twee verhalen en wat verschillend is in de twee verhalen.
3. Wat zongen de engelen?
4. Waarom wilde koning herodes veel weten over het kindje Jezus?
5. Welke rol speelt de ster in het kerstverhaal?
6. Welke geschenken gaven de wijzen?
7. Waarom gaven ze geschenken?
8. Waarom moesten Jezus en zijn ouders vluchten?
9. Waarheen vluchtten ze?
10. Waar komt het gebruik van de kesrtboom vandaan?
11. Wat bedoelen we met "de kerstgedachte"?
12. Waar komt het gebruik van een klein kerststalletje vandaan?
13. Wat is de betekenis van kaarsen bij het kerstfeest?
14. Wie van de figuren in de kerststal kom je niet in het kerstverhaal in de bijbel tegen?

zaterdag 5 februari 2011

Creatief, module 8 klas 4

Je mag in plaats van de “theorieopdracht” ook werken aan het verwerken van de in
de modules gegeven onderwerpen door middel van een EEN CREATIEVE VERWERKING. De bedoeling is dat je op een creatieve manier uitdrukking geeft aan wat de modules aan inhoud hebben te bieden. Je kunt dus een COLLAGE maken of EEN POSTER of een TITELBLAD over de module van je keuze. Zelfs EEN GEDICHT (op een poster) hoort tot de mogelijkheden. Net als EEN LIED, EEN HOMEPAGE etc. Je houdt het logboek gewoon bij zoals de anderen.

De presentatie dient vergezeld te gaan van :

A. Beschrijving van je werkwijze.
B. Korte uitleg van het “afgebeelde”.
C. Je verklaart je bereid, dat je werk wordt tentoongesteld. Maximale formaat voor posters: A 3  Er zijn wissellijsten beschikbaar: je werk wordt enige tijd tentoongesteld in de school dan wel in het lokaal!
Let op: Je pleegt voor deze opdracht steeds overleg met de docent…ook tussentijds! Mocht je ‘creatieve actie’ te weinig niveau hebben: dan zul je tussentijds te horen krijgen, dat je alsnog een theoretische module moet gaan doen… Binnen de afgesproken tijd!
Let op: Dit is dus echt iets voor de mensen, die meer kunnen dan een paar plaatjes uitknippen en opplakken…

Help, ik lees de bijbel, module 7 klas 4

Heel veel mensen lezen regelmatig in de Bijbel. Ze komen soms teksten tegen, waarvan ze zich afvragen: “wat staat daar nou eigenlijk?” Soms zijn er teksten uit de Bijbel gebruikt ( of: misbruikt?! ) om een bepaald idee of standpunt mee te “bewijzen”.

A. Je bladert eens in de Bijbel en leest tenminste 3 hoofdstukken, elk uit een ander Bijbelboek! Zo maar een greep: je gaat dus niet zoeken!)
B. Je vermeldt welke stukken je hebt gelezen. Je vermeldt ook welke “vertaling” je hebt gebruikt!
C. Je kiest één van de drie hoofdstukken en probeert op papier te zetten: wat heeft de schrijver aan zijn lezers duidelijk willen maken?
D. Je vergelijkt de door jou gebruikte vertaling met een “andere vertaling”. Geef verslag van de door jou gevonden verschillen ( als die er zijn ) En leg uit of je die belangrijk vindt en waarom wel/ niet. Voeg de “andere vertaling” in kopie bij je verslag.
E. Denk eens op papier na over de vraag: vind ik lezen in de bijbel nog wel passen in de tijd van vandaag? (heeft voor jou bijbellezen wel zin? Wat vind je van het feit dat de bijbel nog       steeds het meest gelezen boek is? )

Het geheel bestaat uit 1000 woorden.